Door werken aan het spoor geen treinen vanuit Genk dit weekend en in lang op de bus zitten had ik niet zo’n zin, dan maar in de achtertuin een rondje maken dat al even op mijn lijstje stond: De Zuidoostelijke lus van de Lange Afstandswandeling De Wijers.
De Wijers is één van de langeafstandswandelingen die zijn opgezet door het Regionale Landschap Kempen en Maasland om het wandeltoerisme in de streek te promoten. De LAW beschrijft een lus van zo’n 80 kilometer door Midden-Limburg. Op verschillende plaatsen zijn doorsteekjes gemaakt via wandelwissels zodat je de volledige wandeling kan stappen in 4 lussen (Bij de centrale lus loop je wel de verbindingsstukken opnieuw, maar als ze allemaal zo mooi zijn als het stuk vandaag dan is dat geen straf.). De lus die ik vandaag loop blijft grotendeels op het grondgebied van mijn thuisstad Genk. Bekend gebied en dus een beetje saai zou je kunnen denken, maar er is een reden waarom ik zo graag rondjes maak in de groenste stad van Vlaanderen
Zaterdag 06 februari 2021
LAW De Wijers
Er is een streekkaart van het gebied waarop de LAW is ingetekend, ik heb het vandaag zonder gedaan.
23 km
Zelf ben ik vertrokken uit Genk Centrum. Station Bokrijk op de lijn Hasselt – Genk is de meest logische startplaats op de route als je van verder komt.
Signalisatie is prima, bordjes met een roerdomp, het symbool van De Wijers, en een pijltje. Omdat het symbool het merendeel van de plaats inneemt moet je wel bijna tegen het bordje staan om te zien in welke richting de pijl wijst.
Gewoon naar de startplaats kunnen wandelen, het heeft wel iets. De start voor mij ligt op het kruispunt Hasseltweg – Europalaan. Onder het rondpunt de tunneltjes door richting de Vennestraat (Als je hier even de Hasseltweg op wandelt heb je twee tankstations waar je het nodige proviand kan inslaan.). Vrij snel slaat de LAW rechts af om de Stiemerbeek op te zoeken. Ik laat hem hier achter me, maar zal ze op het einde van de lus opnieuw tegenkomen. Via een padje langs het spoor en door het Kriekelbos klim je op de rand van het Kempisch Plateau uit het dal waar het centrum van Genk in ligt. Dit speelbos was mijn vroegere looproute en ken ik op mijn duimpje. Ik geraak hier even de markering kwijt maar ik ben vrij zeker dat het is omdat ik op automatische piloot naar het doel stap. Mocht dat niet zo zijn, zolang je omhoog aan het lopen bent zit je goed.
Als alles goed is loop je de Eerste Cité binnen. Deze wijk is de oudste van de drie cités van Winterslag. Je komt uit op het centrale plein met enkele statige gebouwen: rechts de kerk van Winterslag, tegenover je de oude meisjesschool, recent nog in het nieuws omdat het de bedoeling was hier de eerste Islamschool van Vlaanderen te open, links aan de overkant van de brede laan de vroegere jongensschool (nu gemengd) en als je achter je kijkt, wat ik afraad, de oranje moderne blokkendoos van WZC De Vierde Wand. Buiten de toepasselijke naam ben ik er niet wild van. Verder langs de centrale laan zie je de villa’s die waren voorbehouden voor de bazen en ingenieurs van de Mijn van Winterslag, iets verderop zie je dat voor de rest van het werkvolk de behuizing wat krapper was. Uiteindelijk kom je uit op de drukkere Noordlaan, de verbinding tussen de Cités en de mijn. Wie een kilometertje naar rechts wandelt kan naar de gerestaureerde mijngebouwen gaan kijken (nu Cultuurcentrum) en een tussenstop maken bij de horeca op de kop van de Vennestraat.
De LAW gaat hier naar links over de spoorlijn. Deze spoorweg was de lijn die de mijnen van Winterslag en Waterschei verbond en verder liep naar Maaseik. Nu is dit een goederenstation voor de achterliggende industriezone en het einde van de lijn, maar je ziet het stationsgebouwtje van Winterslag nog. Tot 1979 toen het station in het centrum werd geopend was dit de hoofdstopplaats voor de stad Genk. Een ander stukje mijngeschiedenis dat je waarschijnlijk gemist hebt is het Noordlaanstadion van KFC Winterslag, al is het ook wel moeilijk gemaakt aangezien het volledig verdwenen is. Het stadion van de Vieze Mannen waar in ’81 Arsenal wandelen werd gestuurd en ook KRC Genk zijn eerste seizoen speelde was volledig onderkomen, en heeft zoals zoveel dingen plaats moeten maken voor prefabwoningen.
Aan de andere kant van de spoorweg is de Noordlaan de scheiding tussen de 2de (links) en 4de cité (rechts). De 3de bestaat niet. Bedienden en geschoolde arbeiders kwamen meestal op de 1ste terecht, de echte mijnwerkers hier. Ze zijn van latere datum en het valt op dat de tuinwijkarchitectuur hier plaats heeft moeten maken voor iets goedkopers en saaiers. Hier laat de LAW de cultuur achter, en stort ze zich na wat wijkstraatjes op de natuur. Een oude zandgroeve heeft plaats gemaakt voor een heide- en duingebied. Het is zalig wandelen, op en neer door de duinen, en ik moet slechts sporadisch aan de kant voor een moedige mountainbiker die zich door het losse zand aan het sukkelen is. Op de toppen van de duinen staat er wel een strakke koude wind, dus ik haal mijn muts er bij. Het heidegebied gaat over in bos (aangeplant om de mijnen van hout te voorzien) en vanaf nu is het resoluut westwaarts door brede lanen. Het is beginnen miezeren dus de extra bescherming van het bos is welgekomen. Veel valt er over Winterslag Bos niet te vertellen, maar dat betekent niet dat ik niet geniet van dit mooie stuk. Je loopt een tweetal kilometer door dit bos, tot je aan de Wagenmanskeel aankomt, of de Toeristische Weg zoals hij meestal genoemd wordt. Deze weg verbindt Kelchterhoef, Hengelhoef en Bokrijk met de E314 via de toepasselijk genoemde afrit Park Midden Limburg. Aan de overkant is het even opletten: de hoofdroute loopt verder richting Tenhaagdoornheide, maar ik neem het verbindingsstuk naar het domein van Bokrijk. Het verbindingsstuk loopt grotendeels samen met de GR564 die via Bokrijk naar Haspengouw en verder trekt.
Het pad volgt hier de weg, maar wel in het groen en onverhard om uiteindelijk door te steken naar Jeugdherberg De Roerdomp in Bokrijk. Ik ben vooral blij dat er bij de jeugdherberg een bankje staat want het laatste dat ik ben tegengekomen moet ergens in Winterslag zijn geweest. Tijd voor wat brandstof. Na de jeugdherberg loop je even langs Het Wik, een natuurreservaat dat enkel via geleide wandeling te bezoeken is, om uiteindelijk tussen twee vijvers het Domein binnen te wandelen. Deze soort vijvers (of Wijers) zijn trouwens waar deze hele wandeling om draait. Het zijn grotendeels kunstmatige vijvers vroeger aangelegd voor de viskweek, nu vormen ze een reeks van groene gebieden die over heel Midden-Limburg zijn verspreid. Ook De Maten waar deze wandeling op de terugweg naar Genk doorloopt zijn op deze manier ontstaan. De LAW gaat richting het kasteel van Bokrijk door een mooi bos waar de Zusterkloosterbeek vrolijk door meandert. Het loofbos is een welkome afwisseling na het hoofdzakelijk naaldbos vanaf Winterslag. Er staan overal infobordjes, en er is blijkbaar ook een kinderzoektocht uitgetekend. Aan het kasteel (In betere tijden kan je hier ook iets te drinken krijgen) pik ik de hoofdroute opnieuw op.
De route loopt langs het openluchtmuseum naar het station van Bokrijk over grotendeels verharde fiets/wandelpaden. Gelukkig valt het op een druilerige dag mee qua drukte, maar in het hoogseizoen kan het hier wel eens irritant worden vooral door de fietsers die je langs alle kanten voorbij vliegen. Wie trouwens door het water wil wandelen moet aan het kasteel rechts de bordjes van het fietsroutenetwerk volgen. Het is een omweg van denk ik een kilometer en hij brengt je probleemloos naar het station van Bokrijk. Als je die kant uitloopt, loop dan ook even door het mooie arboretum dat je vlak na het kasteel passeert. Ik hou het op de uitgestippelde route en met hier en daar een doorkijkje naar het openluchtmuseum sta ik vrij snel aan de hoofdingang en iets verder het station. Om de verbinding met De Maten te maken steek je na het station de weg over en loop je een lange rechte eikendreef in, tussen de spoorlijn en de drukke steenweg Hasselt – Genk.
Wanneer de dreef afbuigt steek je aan de lichten over naar de Broederstraat. Het Sint-Jozefsinstituut heeft een groot bosdomein. Het is begonnen als kuuroord, maar werd daarna een klooster voor lesgevende broeders. Ook die zijn ondertussen vertrokken. Het domein is via deze kant niet toegankelijk dus je moet er rond lopen via de straat. Halverwege is er wel een doorsteekje naar de sportterreinen, zodat je via een aangenamere ondergrond naar de velden van Bokrijk Sport kan stappen. Na Bokrijk Sport loopt het pad de bossen in en passeer je een gedenkteken voor een neergeschoten bommenwerper. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werden de gebouwen van de school opgeeist door een SS-pantserdivisie die zich hier in De Maten ingroef. De bommenwerper die zijn lading had uitgestrooid op het rangeerstation in Hasselt (Wie de GR5-variant Hasselt gewandeld heeft is voorbij de ondertussen met water gevulde kraters gelopen) werd hier in 1944 neergeschoten. Enkele bemanningsleden die met parachute konden ontsnappen werden door het lokale verzet in veiligheid gebracht in het Vogelsanckbos in Heusden-Zolder waar deze LAW ook passeert. Iets verder zie je ook het niet toegankelijke kerkhofje van de broeders. Het pad loopt nog even langs een beekje (het eerste ietwat modderige stuk) naar een fietspad en een verkaveling die hier nogal verloren is neergekwakt. Snel oversteken en dan loop je de echte Maten binnen.
Het eerste stukje Maten loopt over heideduinen tot je op een geasfalteerd fietspad komt. Mooie vergezichten, maar het beste moet nog komen. Het fietspad loopt naar het waterzuiveringsstation van Genk, en hier zie je ook de Stiemerbeek voor het eerst terug. Als je ze naar rechts volgt loop je door de bossen langs de beek tot ze onder het Albertkanaal verdwijnt richting Demer. De route gaat echter naar links langs een paadje door weilanden. Eerder uitzonderlijk voor Genk, één van de redenen waarom er zo veel groene stukken zijn is omdat er amper landbouw te vinden is binnen de gemeentegrenzen. Ik herinner mij van deze zomer een hoop vlinders langs dit pad, maar op dit moment is het eerder saai. Het wordt erger wanneer je na het pad het enige echte lange verharde stuk door de straten van Termien moet doen. Begrijpelijk, het middenstuk van de Maten is niet publiek toegankelijk en als je van het ene naar het andere wilt zit er niet veel anders op, maar ik denk dat ik wat te veel verwend geweest ben met verkeersvrije en onverharde stukken want nu steekt het me al heel snel tegen. Gelukkig kan ik me opladen aan wat komt: wat mij betreft het mooiste stukje van De Maten. In volle lockdown was dit het dichtstbijzijnde stukje groen voor mij, en ik denk dat ik elke centimeter wandelpad een twintigtal keer heb gedaan, maar beu wordt ik het nooit. In tegenstelling tot het eerste stuk waar het pad vrij rechttoe rechtaan tussen de vijvers loopt, krijgt het hier de vrijheid om wat meer te kronkelen en wat op en neer te gaan over de duinen. Het is verre van kilometers lang, maar wel bijzonder mooi zelfs zonder bloeiende heide. Eigenlijk laat de GR5, om routetechnische redenen veronderstel ik, dit stuk wat links liggen om via het onverharde fietspad naar Genk te lopen, dus als je nog een excuus nodig hebt om deze LAW te starten is dit het.
De Maten loop ik uit langs de Stiemerbeek, voorbij de Slagmolen (fiets- en wandelvriendelijk café De Schom een honderdtal meter naar links) over een vrij recent aangelegd pad over de moerassige ondergrond. Links kijk je al op de rug van enkele lelijke baanwinkels, en als ik opnieuw aan het rondpunt ben staat er een ellenlange rij auto’s aan te schuiven. Ik heb vandaag duidelijk de betere keuze gemaakt.
Dit was een erg mooie wandeling. Eerst een beetje geschiedenis en cultuur in Winterslag (in ieder geval een betere kennismaking dan het nogal troosteloze centrum van Genk dat de GR5 wandelaars kennen.) en daarna een hele hoop Genks groen. De verbindingsstukken zijn kort (met uitzondering misschien van het stukje in Termien, al is dat naar GR-normen eigenlijk ook twee keer niets) en de ondergrond meestal onverhard en in dit seizoen ook niet onbelangrijk moddervrij. Wie start in Bokrijk raad ik aan om de wandeling tegen de klok in te doen: buiten de Maten liggen de mooiere stukken in het Noorden, en dan kan je mee profiteren van de horeca aan het domein om de wandeling af te sluiten. Eén minpunt wel: vanaf je in Winterslag de heide inloopt tot Bokrijk, en vanaf Bokrijk tot praktisch terug in Genk is er geen bank te vinden. Laat een comfortabele steen of boomstam niet links liggen dus.
Het valt me op dat ik wel erg veel foto’s van bomen en waterpartijen heb (de foto’s uit Winterslag vond ik niet erg geslaagd), ik heb geprobeerd om hier geen 20 bosfoto’s te plakken.
LAW De Wijers is alleszins de moeite waard 🙂